26 feb 2025

Mag je God vragen het kwaad te straffen?

Door: ONE FOR ISRAEL (MESSIANIC JEWS IN ISRAEL)

šŸ‘‰ English Post

Ik vergeef het je als je niet weet wat een "wraakpsalm" of een "gebed om oordeel" is, maar met de dingen zoals ze er momenteel voorstaan hier in Israƫl, is het een goed moment om ze beter te leren kennen en te begrijpen hoe je ze op de juiste manier kunt gebruiken.


Er zijn veel oordeelspsalmen in de Bijbel, zoals Psalm 5, 6, 11, 12, 35, 37, 40, 52, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 79, 83, 94, 137, 139 en 143. In wezen vragen deze gebeden God om Zijn volmaakte oordeel over kwaaddoeners uit te storten—een veelvoorkomend thema in het boek Psalmen. Dit kan hard overkomen, zelfs moreel twijfelachtig, voor westerlingen in de eenentwintigste eeuw. Sommigen voelen de verleiding om de ongemakkelijke gedeelten waarin Gods toorn wordt afgeroepen te omzeilen of gewoon over te slaan, in de veronderstelling dat het slechts onderdeel was van een oude en barbaarse levenswijze. Maar welke plaats hebben ze in de hedendaagse beschaving, als ze die al hebben?

Wanneer gebeden om oordeel gepast zijn om te bidden

John Piper, een geliefde hedendaagse theoloog, werd gevraagd of wij als gelovigen vandaag de dag toestemming hebben om zulke gebeden te bidden. Hij zei:

"Ik denk dat ik me omstandigheden kan voorstellen waarin, stel dat de Gestapo, of een hedendaagse variant daarvan, door je buurt trekt en op de meest brute manier mensen uitroeit en vermoordt, dat je dan bidt: 'God, stop hen! Doe wat nodig is om hen tegen te houden!' ... Dus er kan een moment zijn waarop je Gods oordeel over hen inroept."

Is dat niet precies wat we bij Hamas hebben gezien?

Daarna herinnerde Piper aan de woorden van Yeshua (Jezus):

"Maar Ik zeg jullie: Heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, zegen wie jullie mishandelen." (MattheĆ¼s 5:44)

Hij voegde nadenkend toe:

"Ik denk niet dat we zouden moeten bidden dat mensen verdoemd worden. We zouden mensen moeten zegenen, bidden voor hun bekering, of niet voor hen bidden als God duidelijk maakt dat ze niet gered zullen worden."

Toch vragen oordeelsgebeden niet per se om verdoemenis, maar om oordeel.

IsraĆ«l heeft veel van Gods oordeel ervaren, maar toch weigert God Zijn volk in de steek te laten. We weten niet wie zich zal bekeren en gered zal worden, dus bidden om verdoemenis is iets totaal anders en iets wat we hier niet goedkeuren. We zouden graag zien dat elk lid van Hamas, Hezbollah, de Houthi’s en alle vijanden van IsraĆ«l zich tot Yeshua keren en gered worden, maar we willen ook dat hun kwaad wordt gestopt, bestraft en gecorrigeerd.

Als we willen bidden in overeenstemming met Zijn wil, moeten we onze God leren kennen. We moeten de Schrift kennen en bestuderen hoe Hij handelt. We weten dat God niet wil dat iemand verloren gaat, en dat geldt ook voor de mensen in Gaza. We weten dat Zijn mededogen en vergeving extremen bereiken die ons menselijk begrip te boven gaan. We weten ook dat God rechtvaardig is en het kwaad niet ongestraft laat, en soms ziet liefde eruit als straf.

"De HEER is een na-ijverig en wrekend God, de HEER wreekt Zich en is vol grimmigheid; de HEER wreekt Zich op Zijn tegenstanders en is toornig op Zijn vijanden. De HEER is geduldig, groot van kracht, maar laat zeker niet onschuldig verklaren wie schuldig is." (Nahum 1:2-3a)


De les van wraakpsalmen

Er zijn verschillende lessen verbonden aan het bidden van wraakpsalmen, ook al kan het even wennen zijn.

1. Door God te vragen om wraak te nemen, gaan we op de juiste manier om met het verlangen dat we misschien voelen om zelf vergelding te nemen. In de brief aan de Romeinen zei Paulus de apostel: 

"Vergeld niemand kwaad met kwaad. Heb het goede voor met alle mensen. Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: ‘Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden,’ zegt de Heere. Integendeel, als uw vijand honger heeft, geef hem te eten; als hij dorst heeft, geef hem te drinken; want door dat te doen zult u vurige kolen op zijn hoofd stapelen. Laat u niet overwinnen door het kwaad, maar overwin het kwaad door het goede." (Romeinen 12:17-21)

Let op: Paulus zegt niet: "Wreek uzelf niet, en laat kwaaddoeners zomaar vrijuit gaan." Nee, we krijgen juist uitdrukkelijk te horen dat Gods toorn ermee zal afrekenen. Door God de zorg over kwaaddoeners toe te vertrouwen, scheppen we ruimte om zelf een stap terug te doen en stelt ons in staat om de zaak in Zijn handen te leggen en los te laten


2. Dit is wat ons in staat stelt om onze vijanden lief te hebben en voor hen te bidden. Weten dat God rechtvaardig is, maakt het mogelijk om onze woede omhoog te uiten, de zaak in Zijn handen te leggen en het los te laten. God het straffen laten doen betekent ook dat het met precisie en volmaakte liefde wordt uitgevoerd.

Laten we eerlijk zijn: dat is een onwaarschijnlijk scenario als het aan ons zou worden overgelaten. We zien Gods genade en volmaakte oordeel over Egypte bij de uittocht, waarvan het resultaat was dat een gemengde menigte Egyptenaren zich bij het huis van IsraĆ«l aansloot. Gods strenge straf over Egypte—de tien plagen en het verdrinken van het leger dat vastbesloten was om Gods volk ervan te weerhouden vrij te vertrekken en Hem in de woestijn te aanbidden—was bedoeld om de Egyptenaren zelf te leren wie Hij is.

"De Egyptenaren zullen weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik Mijn hand tegen Egypte uitstrek en de Israƫlieten uit hun midden uitleid." (Exodus 7:5)


Tot op de dag van vandaag, wanneer het Joodse volk jaarlijks bij Pesach aan deze gebeurtenis terugdenkt, worden er tien druppels wijn gemorst om de plagen te gedenken die over Egypte werden uitgestort. Het moet vreselijk geweest zijn. Elke plaag richtte zich echter tegen een andere Egyptische godheid en toonde Gods opperheerschappij over al hun afgoden. God gaf hen op elk niveau een les.


Hetzelfde kan gezegd worden van Psalm 83, waarin God oordeel belooft over de vijanden van Israƫl, opdat zij Hem zouden kennen.

We kunnen medelijden voelen met de Egyptenaren die de pech hadden in de verkeerde tijd en plaats geboren te worden, maar zij kregen de God van Israƫl in actie te zien op een manier die maar weinigen ooit hebben meegemaakt. Het resultaat was de redding van velen. Zelfs vandaag bevindt zich de grootste kerk in het Midden-Oosten in Egypte.

3. Oordeelspsalmen erkennen dat het Gods goede hand is die het verlossingsverhaal stuurt. Deze psalmen zijn gebeden die God als soeverein erkennen en Hem als de enige beschouwen die het recht heeft om oordeel te vellen. Vaak gebruikt God menselijke instrumenten om dat oordeel uit te voeren, zoals we bijvoorbeeld zien bij de BabyloniĆ«rs die IsraĆ«l in ballingschap wegvoeren. Maar God leidt het verhaal van de mensheid naar de uiteindelijke verlossing. Hij weet waar Hij naartoe gaat en wat ervoor nodig is om ons daar te brengen. Oordeelspsalmen en gebeden erkennen Gods recht om Zijn toorn over het kwaad uit te storten en tonen tegelijkertijd vertrouwen in Zijn uiteindelijke plan. Ze drukken nederigheid en geloof uit, doordat we God Zijn rechtmatige plaats als Rechter geven, vertrouwend op Zijn volmaakte wegen en zeker van Zijn goedheid.

Het omgaan met deze oordeelspsalmen verbindt ons ook met een aspect van Gods heilige karakter dat velen minder goed kennen: Hij is een machtige krijger. Hij is de ontzagwekkende overwinnaar van het kwaad. Hij is de Rechter van de hele aarde en de held die alles recht zal zetten.

Bidden in lijn met deze psalmen betekent God omarmen zoals Hij werkelijk is, en voor sommigen kan dit een tot dan toe onontdekt deel van Gods prachtige wezen onthullen. Er valt altijd meer te leren en lief te hebben.

Is het verkeerd om blij te zijn wanneer God Zijn toorn uitstort?

Wraakpsalmen brengen uiteindelijk het goede voort, niet het kwade. Maar is het gepast om je te verheugen over de ondergang van vijanden? Vast en zeker niet?

Spreuken 24 biedt veel wijze raad over hoe om te gaan met vijanden. Vers 29 waarschuwt tegen wraak, en de verzen 19-20 bemoedigen de lezer met de wetenschap dat kwaaddoeners hun verdiende loon zullen krijgen. Maar er is ook een waarschuwing tegen vreugde:

"Verheug u niet wanneer uw vijand valt, en laat uw hart niet vrolijk zijn wanneer hij struikelt,
opdat de HEERE het niet ziet en het kwalijk vindt, en Zijn toorn van hem afwendt."
(Spreuken 24:17-18)

Toch waren de IsraĆ«lieten niet bedroefd toen de Egyptenaren verdronken. Mirjam schreef zelfs een lied om God daarvoor te prijzen. (Exodus 15) 


Evenzo schreef Debora, een van IsraĆ«ls rechters in de oudheid, een loflied toen God hen de overwinning gaf over hun vijanden die hen wilden doden. (Richteren 5)

Maar let hierop: niet alleen zongen vrouwen liederen van bevrijding na de verpletterende vernietiging van hun vijanden—ook de 24 oudsten in de hemel doen dat (Openbaring 11:18). Dat gebeurt onder Gods directe toezicht en goedkeuring.

In wat een herhaling is van de verlossing tijdens de uittocht, geeft Openbaring ons een inkijkje in de toorn die over het kwaad in de wereld zal worden uitgestort, en de reactie vanuit de hemel is lofprijzing:

"En zij zongen het lied van Mozes, de dienaar van God, en het lied van het Lam:
'Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want U alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor U neerbuigen, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.'”
(Openbaring 15:3-4)

Later in Openbaring 19 zingt een grote menigte:

"Halleluja! De zaligheid, de heerlijkheid en de macht zijn van onze God,
want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig,
want Hij heeft het grote hoer geoordeeld dat de aarde met haar hoererij verdierf,
en Hij heeft het bloed van Zijn dienaren aan haar gewroken."
(Openbaring 19:1-2)

Misschien ligt de kern niet in het koesteren van leedvermaak wanneer onze vijanden vallen, maar in het prijzen van God wanneer Hij Zijn rechtvaardige oordeel voltrekt. Waarom? Omdat het GOED is.
Afrekenen met het kwaad op beslissende wijze is goed—iets wat we herkennen in alle beste verhalen.

Bidden voor Gaza in het licht van Bijbelverhalen

In het verhaal van Esther verkeert het volk van Israƫl (opnieuw) in gevaar om uitgeroeid te worden, maar Esther, een Joodse vrouw die in het paleis is geplaatst, leidt een drie dagen durende vasten. Wat gebeurt er? Het tij keert om: de Joden krijgen toestemming om zichzelf tegen aanvallen te verdedigen, en 75.000 van degenen die Israƫl haatten worden zelf omgebracht.

Dit ligt veel mensen vandaag de dag niet lekker. Denk aan de morele verontwaardiging wereldwijd over het dodental in Gaza. Toch was God, net als in veel andere Bijbelverhalen, bezig Zijn volk te redden en het verlossingsverhaal op koers te houden, precies zoals Hij beloofd had.

Het moet daarbij niet vergeten worden dat Israƫl in het verhaal van Esther in Babylon was vanwege een oordeel over hun eigen zonden. Maar Gods beloften blijven staan.

Al in Genesis 12 deed God een onvoorwaardelijke belofte aan Abraham:

"Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken." (Genesis 12:3)

Is dat niet wat we nu in Gaza zien gebeuren?

En als dat zo is, hoe zouden we dan moeten bidden als we ons willen richten naar Gods wil?


Na de gruwelijke gebeurtenissen rond de familie Bibas, die alleen maar nog meer de wreedheden bevestigen die Israƫl voortdurend worden aangedaan, lopen de emoties hoog op en velen zeggen dat het tijd is om Gaza simpelweg weg te vagen. Zelfs gelovigen laten zich horen met opmerkingen als: "Er zijn geen onschuldige burgers in Gaza."

Er wordt gezegd dat er geen verhalen naar buiten zijn gekomen over “rechtvaardige heidenen” in Gaza die de gijzelaars hielpen ontsnappen, terwijl er veel bewijs is dat burgers deelnemen aan terroristische activiteiten. Is Gaza als het verhaal van Sodom en Gomorra—zonder zelfs maar tien rechtvaardigen? Of lijken ze op de oude AssyriĆ«rs, die God tot bekering riep?

Moeten we God vragen om Zijn toorn over Gaza uit te storten, of pleiten voor hun redding?

Joel Rosenberg vergelijkt het volk van Gaza met het volk van NinevƩ in het verhaal van Jona. Hij zegt dat Gaza Gods oordeel ondergaat omdat het Israƫl wilde vernietigen en ons volk wilde uitmoorden. Toch kunnen we nog steeds voor hen bidden. Als we in de pas willen lopen met Gods Geest, moeten we liefhebben wat God liefheeft en haten wat Hij haat.

God houdt van de mensen in Gaza (en ja, er zijn honderden rechtvaardige mensen in Gaza), maar Hij haat moorddadige plannen om IsraĆ«l van de kaart te vegen—en Hij zal dat niet toelaten. Hij is een “ontzagwekkende krijger” die namens Zijn volk IsraĆ«l strijdt, zoals altijd.

Sinds God het volk Israƫl terugbracht naar het land, hebben Gods vijanden hen tegengewerkt en zich krachtig verzet tegen deze belangrijke ontwikkeling. God heeft Israƫl hersteld, en het is dwaasheid om Zijn plannen tegen te staan. In wezen vecht Israƫl sinds 1948 nog steeds de Onafhankelijkheidsoorlog tot op de dag van vandaag.

Uit de Schrift weten we dat blijvende vrede pas zal komen met de terugkeer van de Messias, ook al kan er een tijd van "vrede en veiligheid" zijn. We bevinden ons opnieuw in de tijd waarin het volk van Israƫl in het land Israƫl de vijanden van Israƫl bevecht.

Maar uiteindelijk vechten deze vijanden niet tegen Israƫl, maar tegen God, en dat zal niet goed voor hen aflopen.

Hoe disciplineer je een volk? God doet dat.

Daarom hebben we oordeelsgebeden nodig. Ze helpen ons God uit te nodigen om op een rechtvaardige manier te handelen.

Bid in overeenstemming met God en Zijn Woord

Het mooie van onze angst omhoog naar God te brengen is dat Hij kan beslissen wat Hij ermee doet. Als wij verkeerd zitten, kan God altijd nee zeggen. Hij is niet verplicht om op onze gebeden te reageren als ons verzoek niet in overeenstemming is met Zijn wil. God staat niet tot onze beschikking om zomaar op afroep te handelen—Hij heeft het laatste woord over hoe Hij wraakgebeden beantwoordt.

Het centrale vers van Psalm 58 (vers 6) luidt:

"O God, breek hun tanden in hun mond;
ruk de hoektanden van de jonge leeuwen uit, HEERE!"

Jonathan Parnell, een baptistenpredikant, wijst erop dat het vers begint met "O God" en eindigt met "HEERE", waarmee de focus en richting van Davids gebed worden benadrukt: omhoog, naar God Zelf.

"David vraagt God om hen te ontwapenen. Neem hun kracht weg om kwaad te doen. Laat ze verdampen. Maak ze bot. Laat ze uiteenvallen. Frustreer hen. Veeg hen weg!"

Parnell voegt eraan toe:

"De reden dat David God vraagt dit te doen, is omdat hij weet dat hij zelf de macht en het gezag niet heeft om het te doen."

Wraak of oordeelsgebeden erkennen dat wij niet het recht hebben om oordeel uit te delen, maar vragen toestemming aan de Enige die dat wĆ©l mag doen in het aangezicht van het kwaad. Het is juist om mee te gaan in Gods toewijding om IsraĆ«l te zien overwinnen tegen hun vijanden. Psalm 94 lijkt een passend gebed om nu over deze situatie uit te spreken.


Psalm 94

O HEERE, God van wraak,
    God van wraak, verschijn blinkend!
Verhef U, Rechter van de aarde;
    vergeld de hoogmoedigen naar hun daden!

HEERE, hoelang zullen de goddelozen,
    hoelang zullen de goddelozen juichen?
Zij spuiten woorden uit in overmoed;
    alle bedrijvers van onrecht pochen.

HEERE, zij verpletteren Uw volk
    en onderdrukken Uw erfdeel.
De weduwe en de vreemdeling doden zij,
    de wezen brengen zij om.
En zij zeggen: "De HEERE ziet het niet,
    de God van Jakob merkt het niet op."**

Begrijp toch, onverstandigen onder het volk!
    Dwazen, wanneer zult u verstandig worden?
Zou Hij die het oor plant, niet horen?
    Hij die het oog vormt, zou Hij niet zien?
Hij die de volken bestraft, zou Hij niet straffen,
    Hij die de mens kennis leert?
De HEERE kent de gedachten van de mens,
    dat zij enkel ijdelheid zijn.

Welzalig de man die U bestraft, HEERE,
    die U onderwijst uit Uw wet,
om hem rust te geven in dagen van onheil,
    totdat voor de goddelozen een kuil wordt gegraven.
Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten,
    Hij zal Zijn erfdeel niet prijsgeven.
Want het recht zal weerkeren tot de rechtvaardige,
    en allen die oprecht van hart zijn, zullen het volgen.

Wie staat voor mij op tegen de goddelozen?
    Wie komt voor mij op tegen de bedrijvers van onrecht?
Als de HEERE mij niet geholpen had,
    zou mijn ziel bijna in de stilte hebben gewoond.
Wanneer ik zei: "Mijn voet wankelt,"
    ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE.
Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste,
    verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.

Zou de troon van het verderf met U verbonden zijn,
    die onrecht smeedt bij verordening?
Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardige,
    en veroordelen onschuldig bloed.
Maar de HEERE is mij tot een burcht geworden,
    mijn God tot een rots van mijn toevlucht.
Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen terugkeren,
    en Hij zal hen om hun slechtheid verdelgen;
    de HEERE, onze God, zal hen verdelgen.


Moge Hij die vrede maakt in de hoge sferen, vrede maken voor ons.



ONE FOR ISRAEL (MESSIANIC JEWS IN ISRAEL)

Wij zijn een Israƫlische bediening die is samengesteld uit Joodse en Arabische volgelingen van Yeshua (Jezus) die samen Israƫl tot zegen willen zijn door het evangelie online te delen, en de nieuwe generatie wedergeboren gelovigen les geeft op ons enige Hebreeuws sprekende Bible College in Israƫl. Ook helpen wij overlevenden van de holocaust door humanitaire hulp te verlenen.

ONE FOR ISRAEL (site)
FACEBOOK: ONE FOR ISRAEL
INSTAGRAM
TWITTER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten