De wijngaard: Jesaja 5 en Markus 12
Tijdens het lezen van een devotional kwam ik een overdenking tegen over Markus 12 — de gelijkenis van de wijngaard. Dat bracht me terug naar Jesaja 5, en die verbinding raakte me diep.
In Jesaja 5 is de wijngaard duidelijk Israël. Geplant door God, geliefd, beschermd. Maar in plaats van gerechtigheid is er bloedvergieten.
“Wat had Ik meer moeten doen aan Mijn wijngaard?”
(Jesaja 5:4)
In Markus 12 gebruikt Jezus hetzelfde beeld. Een man plant een wijngaard — weer Israël. Maar nu gaat het niet om de vrucht, maar om de huurmannen. De dienaren worden geslagen. De geliefde Zoon wordt gedood.
Jezus veroordeelt de wijngaard niet. Net als de profeten roept Hij het volk terug naar de Eigenaar. En misschien ook naar de Zoon.
Zijn woorden klinken als Jesaja:
“Wat had er nog meer gedaan kunnen worden?”
En in de stilte daarna hoor ik een andere stem:
“Hij was veracht en door mensen verstoten… doorstoken om onze ongerechtigheden…
toch wilde de HEERE Hem verbrijzelen.”
(Jesaja 53:3–5,10)
Kan het zijn — net als bij Jozef —
dat degene die door zijn broers verworpen werd
degene was die het leven zou redden?
(Genesis 45:5–7)
Ik geloof dat.
En ik houd vast aan deze woorden van Jezus:
“De steen die de bouwers verwierpen
is de hoeksteen geworden.
Dit is het werk van de HEERE,
en het is geweldig in onze ogen.”
(Mattheüs 21:42)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten