Zelfs de heidenen zouden dit niet doen

1 Korinthe 5:1 Men hoort algemeen dat er hoererij onder u voorkomt, en wel een hoererij zoals zelfs onder de heidenen niet voorkomt: dat iemand de vrouw van zijn vader heeft.

Ik ga verder met Bijbel lezen — door de brief van Paulus aan de gelovigen die in de Joodse Messias gingen geloven, in Korinthe.

Vandaag stuitte ik op een zinnetje dat me liet nadenken… en beetje glimlachen om Paulus’ eerlijkheid:
“Zelfs de heidenen zouden dit niet doen.”

Paulus neemt geen blad voor de mond als hij hoort dat er in Korinthe een man samenwoont met de vrouw van zijn vader.

Ik kom niet uit het Joodse volk — ik ben een gelovige uit Nederland. Maar Efeze 2 zegt dat het bloed van de Messias mij dichtbij heeft gebracht. Vers 19 van dat hoofdstuk stelt me gerust en zegt dat ik nu een “huisgenoot van God” ben. Daar struikelde ik eerst over: wat betekent dat eigenlijk?

In het Grieks staat er οἰκεῖοι (oikeioi), las ik. Letterlijk: iemand die bij een huis hoort. Een huisgenoot, familielid… of — en dat raakte mij — iemand die intiem verbonden is met het huis.

Dat is wat ik nu ben: intiem verbonden met God Zelf. En dat betekent dat Zijn maatstaven voor heiligheid, mijn leven vorm geven.

Eén van die regels? God had het al lang vastgelegd: “De schaamte van de vrouw van je vader mag je niet ontbloten.” (Leviticus 18:8) Ongemakkelijk om te lezen? Ja. Maar glashelder. De Messias heeft die lijn niet versoepeld — Hij roept ons op om heilig te leven, omdat Hij heilig is. Of je nou in Jeruzalem, Moskou, Washington of Amsterdam woont. Maakt niks uit.

Het echte probleem in Korinthe was niet alleen de zonde, maar de trots. Ze tolereerden wat God onrein had genoemd. Ik leer uit Paulus brief, dat genade is geen vrijbrief om Gods grenzen te verleggen — het is juist de kracht om erbinnen te leven.

Heiligheid gaat niet over jezelf beter voelen dan een ander. Het gaat erom leven als iemand die bij Hem hoort.

✨ Als God je heeft gered uit de duisternis en gebracht in het Koninkrijk van Zijn licht… dan wil je dat niet bezoedelen met dingen uit het donker, waarmee je Hem vroeger zoveel verdriet deed.

Waarom noemt God Zichzelf een Herder?

Bijbelstudie-aanttekeningen

Waarom noemt God Zichzelf een herder?
In het oude Israël was herder zijn geen romantisch plaatje, maar zwaar werk.
Dag en nacht buiten.
Altijd alert.
Klaar om een verdwaald schaap terug te brengen, een roofdier weg te jagen, een naam te roepen.
Een herder kende zijn dieren één voor één — en gaf desnoods zijn leven voor ze.

🐑 Al mijn andere blogs waar het woord HERDER in staat

In Ezechiël 34 klinkt Gods scherpe oordeel over leiders die wél zichzelf voeden, maar niet de kudde.
En dan zegt Hij iets verbijsterends:

“Ik zal Zelf mijn schapen weiden… Ik zal één Herder over hen doen opstaan: Mijn Knecht David.” Die belofte is niet zomaar poëzie — het is een aankondiging. Dit is God Zelf, die zegt: Ik neem het over. 

En toen kwam Jezus...

In Johannes 10 neemt Jezus deze woorden in de mond:

“Ik ben de goede Herder.”

Dat is geen metafoor. Het is een directe claim: Ik ben Degene die God beloofd heeft. Ik ben gekomen om Zijn schapen te zoeken, te weiden, en mijn leven voor hen te geven.

Daarom wordt Hij ook in het Nieuwe Testament genoemd:

• de Goede Herder (Joh. 10:11)

• de Opziener van je ziel (1 Pet. 2:25)

• de Grote Herder (Hebr. 13:20)

• en de Opperherder die terugkomt (1 Pet. 5:4)

En Psalm 23?

Dat is het dagboek van een schaap dat weet:
er is leiding, zelfs in het donker.
Er is een tafel, zelfs met vijanden om me heen.
Er is toekomst, omdat de Herder trouw blijft.

Psalm 23 is het hart van het verbond: God als trouwe herder. En Jezus? Die heeft dat hart geopenbaard, en de weg gebaand terug naar hart van God.

Een van de sterkste parallellen met wat David ervaart vond ik in de woorden van Paulus in het Nieuwe Testament:

🔹 2 Timoteüs 4:17–18 

“2 Timotheüs 4:17 Maar de Heere heeft mij bijgestaan en heeft mij kracht gegeven, opdat door mij de prediking volbracht zou worden en alle heidenen die zouden horen. En ik ben uit de muil van de leeuw verlost. En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.”

📌 Parallellen met Psalm 23:

• “De Heere heeft mij bijgestaan” ↔ “U bent bij mij”

• “Ik ben gered uit de muil van de leeuw” ↔ “Al ging ik ook door een dal van diepe duisternis, ik zou geen kwaad vrezen”

• “De Heere zal mij verlossen tot  de komst van Zijn hemels Koninkrijk” ↔ “Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen”

Net als David kijkt Paulus niet naar zijn omstandigheden, maar naar de trouwe nabijheid van de HEERE. 

🔹 Romeinen 8:35–39 

“Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking? Benauwdheid? Vervolging?... Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons heeft liefgehad.”

Ook hier zie je dezelfde diepe zekerheid als bij David: “Mij ontbreekt niets.”

---

Waarom noemt God Zichzelf dus een Herder?
Omdat een herder leeft tussen zijn schapen, hun pad kent en hun weg baant.
Omdat Hij hen voedt, beschermt en veilig thuisbrengt.

---

Ik had nog wel een vraag.
Daarover de volgende keer

Als je niet meer kunt

Soms is het op. Je bent moe. Lichamelijk, mentaal, geestelijk. Je wilt wel geloven, bidden, doorgaan. Maar je voelt niks meer. Het is te zwaar.

Mozes kende dat. In Numeri 11 breekt hij. Het volk klaagt, de last drukt op hem. Hij zegt tegen God:

"Ik kan dit niet meer. Het is te zwaar. Als dit zo doorgaat, laat me dan maar sterven."

Is het zo erg? Ja, Mozes was op.

En God? Die wordt niet boos. Geen preek over doorzetten. Geen afwijzing. Hij helpt. Hij geeft Mozes zeventig helpers. Hij zegt eigenlijk: "Je hoeft het niet alleen te doen."

Zo is God. Hij vraagt niet van jou dat je altijd sterk bent. Hij weet hoe moe je bent.

Jezus zegt:

"Kom naar Mij toe, jullie die vermoeid zijn, en Ik zal je rust geven."

Niet: "Houd vol." Niet: "Wees sterker."

Gewoon: "Kom."

Het is goed om hulp te vragen. Niet alleen aan God, maar ook aan betrouwbare mensen. Mozes kreeg helpers. Jij mag ze ook zoeken. Mensen die je begrijpen. Die met je meelopen. Je hoeft dit niet alleen te dragen.

Hij ziet je. Hij weet het. En Hij laat je niet los. ❤️