Zij zegt:"Ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij brood en water; mijn wol en mijn vlas, mijn olie en drank." Hosea 2: 4b
Joodse gelovigen op weg naar heidense heiligdommen, om te danken voor wat ze van God kregen. Dat noem je: zondigen tegen Gods liefde.
HARTENLOOS
Het trof me. Want diezelfde God geeft ook mij duizend zegeningen. Waar link ik die aan?
- Aan mijn eigen inspanning?
- Of aan het harde werken van mijn man?
- Of aan een flink portie geluk?
Wat ben ik vaak harteloos. Hoe kan ik Hem vergeten? Hoe kan ik opgaan in de gaven in plaats in de Gever?
NIET HAPPY
Na het lezen van dit tweede hoofdstuk van Hosea voel ik me niet echt happy. Maar ik weet waar ik als gelovige heen mag gaan. Ik ben welkom bij de Bron. Jezus wil mijn afvallige hart witter maken dan sneeuw. Dat is het werk dat Hij het liefste doet.
- Lees hier de inleiding van de Hosea serie
Goed om bij stil te staan! Het lijkt vaak zo gewoon...
BeantwoordenVerwijderenGoed om te bedenken, maar ook; Hosea bleef Gomer terughalen. Zo is God!
BeantwoordenVerwijderenGoed om te delen en over na te denken. Je brengt me op de gedachte: We zeggen vaak, o, wat heb je mooie bloemen. Door jouw blog denk je nu eerder aan de oorspronkelijke Gever van die mooie bloemen.
BeantwoordenVerwijderenYes, salvation is an on-going work, and is done by God on a daily basis.
BeantwoordenVerwijderen