Ze liggen daar... zonder graf
Er zijn van die beelden die zich vastzetten in je hoofd. Lichamen, gewikkeld in doeken, op rijtjes ijsblokken buiten een overvol mortuarium. Een man die met een gebaar naar de grond zegt: “Hier liggen mijn neef, mijn tante, nog een neef.” Geen plek, geen graf, geen rust. Alleen hitte, chaos en verdriet.
De NOS bracht hierover een artikel van correspondent Nasrah Habiballah, en het is moeilijk om dat stuk te lezen zonder geraakt te worden. Het is zorgvuldig opgeschreven, ingetogen, menselijk. Precies wat journalistiek op z’n best kan zijn: laten zien wat wij liever wegstoppen.
Habiballah doet in dit artikel wat elke verslaggever zou moeten doen: de stemmen laten klinken van mensen die anders onhoorbaar blijven. Haar "interview" met Rabie Saad, die naast het geïmproviseerde graf van zijn familie zit, is rauw en schrijnend.
Dit soort verhalen moeten verteld worden. En ze doen ertoe. Niet alleen politiek, maar menselijk. Want ook wie zich vastklampt aan militaire of strategische logica, mag het verdriet niet uit het oog verliezen.
Toch blijft er iets wringen. Want deze journalist is niet alleen correspondent voor Gaza, maar ook voor Israël. En juist dat maakt het pijnlijk dat de andere kant van het verhaal ontbreekt:
-
Waarom is die grond ingenomen?
-
Waarom zijn sommige begraafplaatsen verwoest of ontoegankelijk?
-
Wat is de rol van Hamas in het verbergen van wapens in burgerzones?
Er worden citaten gegeven waarin Israël wordt beschuldigd van bezetting of "bloedbaden", maar er is geen ruimte voor wederhoor. Geen Israëlische stem, geen uitleg, geen kader. En dat maakt het stuk, hoe zorgvuldig ook geschreven, onvolledig. Niet omdat het niet klopt — maar omdat het halve waarheid is. En dat doet geen recht aan een werkelijkheid die al zo verscheurd is.
Een journalist hoeft geen neutraliteit te veinzen — maar wel veelzijdigheid te bieden volgens mij. En wie, zoals Nasrah Habiballah, beide gebieden bestrijkt, mag ook geacht worden beide kanten te belichten. Voor de waarheid. Voor het gewonde geheel.
Nu voelt het artikel, ondanks de menselijke toon en sobere, krachtig woorden, meer als de stem van Gaza dan als een stem over Gaza én Israël. En dat is jammer. Want als er íemand is die deze brug zou kunnen slaan, is zij het.
Ik wil dit niet negatief eindigen hoor.
Ik respecteer Nasrah Habiballah in haar werk. Ik zie haar toewijding, haar moed om te luisteren, om te vertellen. En ik wens haar wijsheid toe — in het kiezen van woorden voor situaties waarvoor eigenlijk geen woorden voor zijn.
Want soms is het niet het oordeel dat telt, maar het evenwicht. De ruimte waarin verdriet van álle kanten gehoord mag worden.
De stukjes op deze blog zijn mijn eigendom, tenzij anders vermeld. Je mag best iets delen maar niet zonder mijn toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten